Energetische en economische analyses van 18 referentiewoningen - NL

From PassREg - Solutions Open Source
Jump to: navigation, search

Gezond, comfortabel, duurzaam en betaalbaar wonen

Onderzoek

Uit het document “Voorbeeldwoningen 2011” van het Agentschap.NL zijn de 18 van meest voorkomende woningen in Nederland onderworpen aan een Energetische & Economische Analyse. Het uitgangspunt is de huidige bestaande situatie zoals beschreven in het bovengenoemde document. Veel van deze woningen zijn door de jaren heen reeds meermaals gerenoveerd of gemoderniseerd. De geanalyseerde woningen zijn alle gebouwd tussen 1946 en 2005. De onderstaande typen zijn geanalyseerd:

  1. Vrijstaande woning gebouwd voor 1965 [[1]]
  2. Vrijstaande woning, bouwperiode 1965 – 1974 [[2]]
  3. Vrijstaande woning, bouwperiode 1975 – 1991 [[3]]
  4. Vrijstaande woning, bouwperiode 1992 – 2005 [[4]
  5. 2-onder-1 kap woning gebouwd voor 1965 [[5]]
  6. 2-onder-1 kap woning, bouwperiode 1965 – 1974 [[6]]
  7. 2-onder-1 kap woning, bouwperiode 1975 – 1991 [[7]]
  8. 2-onder-1 kap woning, bouwperiode 1992 – 2005 [[8]]
  9. Rij tussenwoning gebouwd voor 1945 [[9]]
  10. Rij tussenwoning gebouwd voor 1946 - 1964 [[10]]
  11. Rij tussenwoning, bouwperiode 1965 – 1974 [[11]]
  12. Rij tussenwoning, bouwperiode 1975 – 1991 [[12]]
  13. Rij tussenwoning, bouwperiode 1992 – 2005[[13]]
  14. Maisonnette, gebouwd voor 1965 [[14]]
  15. Maisonnette, bouwperiode 1965 – 1974 [[15]]
  16. Maisonnette, bouwperiode 1975 – 1991 [[16]]
  17. Galerijflat gebouwd voor 1964 [[17]]
  18. Portiekflat gebouwd voor 1946 [[18]]

Uitgangspunten

Het energieverbruik van de woningen is bepaalt o.b.v. het werkelijke verbruik. De woningen zijn in de bestaande situatie in de phpp berekening ingevoerd. De luchtdichtheid is aangepast aan de destijds geldende stand der techniek. De gemiddelde binnentemperatuur ligt tussen de 16°C en 19°C. Voor de koudebruggen zijn aannames gedaan die passen bij de bouwstijl en bouwperiode van de woningen.

De investeringsanalyse is uitgevoerd o.b.v. van onderstaande energieprijzen, rente en inflatie en de te verwachten stijgingen: Aardgas €0.07 kWh prijsstijging 4%/a Stroom €0.22 kWh prijsstijging 3%/a Hypotheekrente 3%/a Inflatie 1%/a

Laagste woonlasten Van alle woningen is een investeringsanalyse gemaakt hoe te komen is tot de laagste woonlasten. Deze woonlasten zijn gerelateerd aan de woonplaats en worden bepaalt door:

  • Rente en aflossing,
  • OZB belasting,
  • Afvalstoffenheffing,
  • Huurwaarde forfait,
  • Riool –en reinigingsrecht,
  • Opstalverzekering,
  • Onderhoud,
  • Telefoonkosten,
  • Vastrecht water,
  • Vastrecht elektra,
  • Vastrecht aardgas.

Verder zijn van invloed op het rendement op het geïnvesteerd vermogen:

  • Koperkosten,
  • Vergunningskosten,
  • Private bouwplantoetsing,
  • Benodigde advieskosten.

De waarde toename van de woning i.v.m. de investeringen is 60%. 40% van de investering verdampt. Om het rendement van de renovatiemaatregelen met elkaar te kunnen vergelijken is de ozb waarde van alle referentiewoningen gelijk gehouden.

Potentiele investeringen

In de analyse zijn voor elke woning de potentiele verbeter investeringen onderzocht op:

  • Energiebesparing,
  • Bouwkostentoename,
  • Toename wettelijke kosten,
  • Rendement op het geïnvesteerd vermogen,
  • Terugverdientijd in jaren.

De onderstaande potentiele verbeter investeringen zijn onderzocht:

  1. Isolatiewaarde beganegrondvloeren,
  2. Isolatiewaarde gevels,
  3. Isolatiewaarde daken,
  4. Koudebrugonderbrekers perimeter,
  5. Kozijnen,
  6. Glas,
  7. Stelkozijnen,
  8. Luchtdichtheid,
  9. Ventilatiesystemen,
  10. Co2 regelingen,
  11. Aardgas gestookte cv ketels,
  12. Aardwarmtebuizen,
  13. Aardwarmte wisselaars,
  14. Bio kachels,
  15. Lucht/water warmtepompen,
  16. Water/water warmtepompen,
  17. Hybride aardgas cv ketels met ventilatielucht warmtepompen,
  18. Thermodynamische warmtepompen,
  19. Zonne collectoren,
  20. Douche wtw,
  21. Pv panelen,
  22. Stroom opslagsystemen.

Indien bovenstaande investeringen rendabel zijn komen ze in de rapportage terug. Niet rendabele investeringen zijn niet opgenomen.

Toepassing van maatregelen Bij het toepassen van maatregelen is ten allen tijde voldaan aan een gezond en comfortabele woning. Dit is een harde eis waaraan geen concessies zijn gedaan.

Conclusies

Maximaal isoleren binnen de bestaande constructie zonder vervanging van kozijnen en het plaatsen van Hr++ beglazing lijdt in alle gevallen tot een verlaging van de Total Cost of Ownership.

Renoveren volgens de passiefhuisstandaard kan in veel gevallen kostenneutraal m.b.t. de TCO uitgevoerd worden als de gemiddelde binnentemperatuur niet verhoogd wordt. Wordt de gemiddelde binnentemperatuur 20°C nemen de TCO i.v.m. meer energieverbruik fors toe maar gelijktijdig stijgt ook het comfort.

De hoeveelheid kozijnen heeft forse invloed op de financiële haalbaarheid van de passiefhuisstandaard.

Voor alle type woningen geld dat pv panelen een belangrijke rol spelen in de economische haalbaarheid van energetische renovatie. Gebouwen die plaats bieden in de zuid richting of de oost of west richting voor pv panelen zijn rendabeler te renoveren.

Het is noodzakelijk dat de huidige, of een aangepaste voor bewoner beschermende, salderingsregeling blijft anders is de energie transitie naar nul energie voor de bestaande voorraad en nieuwbouw niet te realiseren.

De woningen voorzien van een nieuwe schil veroorzaakt een forse investering die nu nog niet terugverdient kan worden d.m.v. de energiebesparing. Het is nodig dat door schaalvergroting en innovatie de prijs van nieuwe gevelelementen en dakelementen fors daalt.

Bij All electric woningen is de inzet van een warmtepomp rendabel. Door de hoge spf van de thermodynamische warmtepompen blijkt deze in het overgrote deel de meest economische keuze te zijn.

Maximaal isoleren binnen de bestaande constructie biedt het hoogste rendement.

Geen aardgas is alleen financieel mogelijk indien er voldoende ruimte voor pv panelen is.

Zonnecollectoren zijn alleen financieel rendabel bij netstroom als energiebron.

Windmolens zijn financieel niet rendabel

Stroom opslagsystemen zijn financieel niet rendabel in de huidige salderingsregeling.

Het verschil in investering tussen standaard kozijnen en passiefhuiskozijnen is nu nog te groot. Indien kozijnen moeten worden vervangen is nu een standaard kozijn financieel de beste keus. Het is nodig dat door schaalvergroting en innovatie de prijs van Passiefkozijn profielsystemen fors daalt.

Triple glas is in bijna alle gevallen financieel rendabel t.o.v. Hr++ glas en rechtvaardigt daarbij €1000 extra benodigde aanpassingskosten van de kozijnen.

Total Cost of Ownership

Onderstaand overzicht toont de TCO voor de renovatie en de maximaal te behalen besparin

TCO.jpg

Bijlagen:

In onderstaand document worden de gekozen referentie woningen beschreven middels afbeeldingen en hun kenmerken. De bladzijde waarin de referentie woning in de bijlage 4.Brochure Voorbeeldwoningen 2011 bestaande bouw wordt beschreven is vernoemd voor de type aanduiding.

4.Brochure Voorbeeldwoningen 2011 bestaande bouw

Via onderstaande link toegankelijk

http://www.rvo.nl/sites/default/files/bijlagen/4.%20Brochure%20Voorbeeldwoningen%202011%20bestaande%20bouw.pdf

Blz.14 Vrijstaande woning gebouwd voor 1965 Blz.16 Vrijstaande woning, bouwperiode 1965 – 1974 Blz.18 Vrijstaande woning, bouwperiode 1975 – 1991 Blz.20 Vrijstaande woning, bouwperiode 1992 – 2005

Blz.24 2^1 kap woning gebouwd voor 1965 Blz.26 2^1 kap woning, bouwperiode 1965 – 1974 Blz.28 2^1 kap woning, bouwperiode 1975 – 1991 Blz.30 2^1 kap woning, bouwperiode 1992 – 2005

Blz.36 Rij tussen woning gebouwd voor 1945 Blz.38 Rij tussen woning gebouwd voor 1946 - 1964 Blz.40 Rij tussen woning, bouwperiode 1965 – 1974 Blz.42 Rij tussen woning, bouwperiode 1975 – 1991 Blz.44 Rij tussen woning, bouwperiode 1992 – 2005

Blz.48 Maisonnette, gebouwd voor 1965 Blz.50 Maisonnette, bouwperiode 1965 – 1974 Blz.52 Maisonnette, bouwperiode 1975 – 1991

Blz.58 Galerijflat gebouwd voor 1964

Blz.68 Portiekflat gebouwd voor 1946