Cursussen in het hoger onderwijs - betrekken van alle belanghebbenden - NL
Sinds de passiefstandaard de verplichte norm in de hoofdstedelijke regio Brussel is geworden, is er behoefte ontstaan om professionals in de bouwsector op te leiden op universiteiten, (vak)hogescholen en diverse trainingscentra. Op dit moment zijn er enkele initiatieven voor training op het gebied van Passiefhuis en NZEB. Sommige worden georganiseerd door Leefmilieu Brussel, sommige door PMP/PHP, en andere door verschilllende trainingcentra en onderwijsvoorzieningen in de regio Brussel. Een breedgedragen commitment is de enige manier om te waarborgen dat alle belanghebbenden in de sector de benodigde training krijgen. Als onderdeel van de "standaardisatie" van de passiefhuisstandaard is het belangrijk om te werken met alle belanghebbenden:federaties, trainingscentra, verenigingen, universiteiten, vakhogescholen, etc. Wat nog nodig is, is om het trainingsprogramma uit te breiden naar middelbare en basisscholen.
Door de bulk aan projecten ende standaardisatie van de verplichte passiefstandaard, heeft de sector al gereageerd door te vragen dat er een certificereings- en kwaliteitsproces wordt geintroduceerd.
De hoeveelheid en diversitei van kennis overde passiefstandaard vraagt om de integratie van het kwaliteitscontroleproces zoals dat al bestaat voor openbare gebouwen (in de regio Brussel) of op vrijwillige basis in de private sector. Op die manier kunnen de huidige controleorganen de passiefstandaard zich eigen maken.
Er bestaan Europese normen voor traingen en uitvoering van het werk (NBN EN ISO/IEC 17020:2004 replacing EN 45004) encertificering van personen (NBN EN ISO/IEC 17024). De invoering van het CoQual label (construction quality certificicering) is een Nationaal Belgisch initiatief.
In 2009 heeft Leefmilieu Brussel besloten om een vakgericht ontwikkelprogramma voor conceptontwikkelaars, ingenieurs, architechten en contractauthoriteiten te ontwikkelen. Het basisuitgangspunt voor de training is een heel goed begrip van een gebouw. Zo heeft de PMP in de hoofdstedelijke region Brussel een training geintroduceerd voor ontwerpers in 2005, en voor bouwers in 2007. Momenteel is de hele sector in het trainingprogramma betrokken (ontwikkelaars, investeerders en promoters, bouwmanagers, vastgoedmanagers, notariaat, onderhoudsbedrijven, etc). Met de hulp van expert, worden in de omgeving Brussel 18.000 uur training per jaar besteed aan onderwerpen als energie, materiaal, watermanagement, biodiversiteit, landgebruik, comfort, etc. Het trainingsprogramma van PMP biedt aannemers de mogelijkheden om met andere aannemers te praten, investeerders met andere investeerderste laten praten, etc. PMP is ook heel actief geweest in het organiseren van een hele reeks trainingscursussen. Passiefhuistraining door PMP biedt maatwerk voor de klant: dit is nodig omdat bijvoorbeeld de behoeftevan klanten in de dienstensector verschillen van particuliere klanten. Voor de dienstensector heeft PMP specifieke richtlijnen ontwikkeld. PMP-officials vinden dat een maatwerk trainingprogramma net zo belangrijk is dan dat het wordt gewaardeerd. Bewustwording is ook van cruciaal belang, omdat er veel misvattingen bestaan voer passiefhuizen.
In PMP trainingen zijn er ook (standaard) ontwerper en bouwcirkels evenals gevorderdencirkels, om tegemoet te komen aan de verschillende niveaus waarop deelnemers binnen komen. Er zijn ook gerichte trainingssessies die specifieke thema's behandelen, evenals persoonlijke begeleiding en rondetafelbijeenkomsten met verschillende belanghebbenden. Maar het trainen van klanten is niet genoeg. Wat belangrijk is is dat uitwisseling wordt gestimuleerd tussen de verschillende industrieën, om een gemeenschappelijk dialoogtussen aannemers, architecten, klanteen ontwerpers etc. te starten.
De PMP-cirkel voor ontwerpers heeft als doel om duurzame passieve gebouwen te bevorderen. Dit is een werelwijde visie: het levert een complexere verklaring dan dat we alleen passief moeten bouwen. Mensen moeten in staat zijn de kwestie in een breder perspectief te plaatsen (wereldklimaat, EU-beleid) evenals kennis van materiaal, vervoer, etc. Daarom heeft het geen zin om alleen op passief bouwen te focussen. Daarom wordt in de training van een wereldvisie gepsroken. De lezingen zijn niet erg technisch maar een algemene visie is belangrijk: mensen moeten precies weten waarom ze worden gevraagd om passief te bouwen, en waarom ze worden gevraagd om hun gewoonten te veranderen.
Voor ontwerpers en bouwers is de concrete toegevoegde waard van de training gelgen het de mogelijkheid om de geleerde concepten toe te passen in de praktijk. Tijdens de alleerlaatste dag van de training brengen de deelnemers een dag gezamenlijk door en werken samen aan een project om een typisch passiefgebouw te bouwen.
Voor wat betreft cursussen in het hoger onderwijs, heeft PMP passiefhuistraining in het curriculum van de Faculteit Architectuur van de Université Libre de Bruxelles geïntegreerd, die is onderverdeeld in verschillende niveaus:
• Level BA2: Alle basis over warmte, technieken etc. • Level BA3: Van “business as usual” naar het typische “passivehouse”: Detaillering en het bezoeken van passiefhuis bouwlocaties. • Level MA1: Bouwfysisch, inclusief PHPP, Wufi, and thermische bruggen. • Level Ma1 and MA2: LCA, duurzame stedelijke ontwikkeling, etc. en hetbezoeken van passiefhuis bouwlocaties.
Het hoger onderwijsprogramma was een initiatief van twee professoren: Bernard Deprez, bestuurslid van PMP en het bestuur van het BEPASSIVE tijdschrift, en Sebastian Moreno-Vacca, oook bestuurslid van PMP, en editor van het BEPASSIVE tijdschrift.