Ontwikkelingsplanologie versus toelatingsplanologie

From PassREg - Solutions Open Source
Jump to: navigation, search


" Terwijl toelatingsplanologie statisch en defensief ingesteld is, zoekt ontwikkelingsplanologie de Ruimtelijke dynamiek op. In een open en breed samenwerkingsverband met alle stakeholders wordt de feitelijke realisatie van ontwikkelingsplannen uitgevoerd. Dit samenspel met de markt veronderstelt grondbeleid en vastgoedexpertise aan de kant van de stad. "

De planningspraktijk in Vlaanderen is sterk gedomineerd door de opvattingen van toelatingsplanologie. In grote lijnen komt toelatingsplanologie erop neer dat de overheid de gewenste ruimtelijke ontwikkeling van een gebied richting geeft maar de feitelijke realisering van deze ontwikkeling aan anderen overlaat. De sterke kant van toelatingsplanologie is dat via het vastleggen van bestemmingen op een eenvoudige manier rechtszekerheid ontstaat. De bestaande situatie van een gebied wordt beschermd en de ongewenste ruimtelijke ontwikkelingen worden tegengehouden. De zwakke kant is dat toelatingsplanologie erg statisch is. Omdat de overheid voor de uitvoering van haar ruimtelijke plannen afhankelijk is van overwegend privé-initiatief, merkt men dat er vaak minder gerealiseerd wordt dan er in het ruimtelijk plan opgenomen is. Om nieuwe ontwikkelingen te stimuleren zijn er nauwelijks beleidsinstrumenten voorzien.

Terwijl toelatingsplanologie defensief van aard is, is ontwikkelingsplanologie juist offensief. Activiteiten als stimuleren, ontwerpen en samenwerken, spelen een belangrijke rol. Ontwikkelingsplanologie wordt gekenmerkt door een open planproces, waarbij alle stakeholders zo vroeg mogelijk betrokken worden. Een ander belangrijk kenmerk is de uitvoeringsgerichtheid. Er is best een koppeling tussen planvorming en investeringen zodat de feitelijke uitvoering in aanzienlijke mate wordt veilig gesteld door de financiering ervan. Ontwikkelingsplanologie veronderstelt dat de overheid deelneemt in een open samenwerkingsverband met andere actoren en privé-partners om een ontwikkeling op gang te brengen. Om in de dynamiek van het proces genoeg inzicht en invloed te hebben, is het onontbeerlijk dat de overheid kennis van de markt bezit en het vermogen toont om zelf op de markt op te treden. Ontwikkelingsplanologie leidt dus tot de noodzaak van grondbeleid en vastgoedexpertise aan de kant van de overheid. In gebieden met een hoge ruimtelijke dynamiek of complexiteit meen ik dat ontwikkelingsplanologie de beste aanpak is. Toch moet men de logica niet op haar kop zetten. Om per se een terrein ontwikkeld te krijgen, kan men moeilijk dulden dat er ontoereikende kwaliteit gerealiseerd wordt. In dat geval compromitteert de overheid zich in de ontwikkelingsplanologie. De doelstelling blijft geslaagde planologie, niet ontwikkeling.


Bron: Beleidsnota stadsbouwmeester Antwerpen 2006-2011